Het ontstaan van steensoorten
Het ontstaan van de verschillende soorten steen dankt zichzelf aan een eeuwige cyclus. Hoewel we de indruk kunnen hebben dat het aardoppervlak een redelijk stabiel iets is, is het constant in beweging, neem bijvoorbeeld vulkaanuitbarstingen en aardbevingen.
Het vaste oppervlak van onze aarde bestaat voor het grootste deel uit veel verschillende gesteenten. Vloeibaar magma bevindt zich onder de aardkorst die ongeveer 24 km dik is en in verhouding met de diameter van de aarde (ongeveer 12.700 km) zeer dun is. Op de grens van de magma en de aardkorst zijn er sinds het ontstaan van de aarde vele soorten gesteenten gevormd en vergaan. Omdat de lagen en platen van de aarde constant in beweging zijn, komen er lagen steen uit de diepten omhoog en andere dalen af. Deze voortdurende bewegingen van de ogenschijnlijk solide aardkorst hebben tijdens de evolutie van de aarde veel verschillende soorten gesteente naar de oppervlakte gebracht. Hier worden ze gedolven door mensen of verweren ze in duizenden jaren en gaan ze opnieuw de eeuwige cyclus van het ontstaan van steen in.
Er zijn drie hoofdgroepen van gesteenten die gedurende hun ontstaansproces van miljoenen jaren met elkaar in verband staan:
Stollingsgesteenten
Het vloeibare magma kan op twee manieren in steen veranderen: onder de aardkorst verhardt het in een langzaam proces gedurende tienduizenden jaren tot kristallijne steensoorten zoals graniet, gabbro of dioriet. Het is anders wanneer heet magma b.v. tijdens vulkaanuitbarstingen door de aardkorst naar de oppervlakte en verhardt relatief snel: zo ontstaan steentypes met een zeer kleine kristalstructuur zoals basalt, rhyoliet en trachiet. In het begin van de aardeontwikkeling bestond de aardkorst alleen uit deze stollingsgesteentes.
Sedimentaire gesteenten
Onder invloed van zon, wind en regen, eroderen magmatische gesteenten weer in zand, klei en kalk opgelost in water. De kalk opgelost in het water wordt onttrokken uit het water door kleine zeedieren en, wanneer ze sterven, blijven de schelpen in grote aantallen op de bodem van de zee achter. Kalkslib hoopt zich op rond deze fossiele resten. Zand en klei vormen dikke lagen op de zeebodem. De druk van al deze op elkaar liggende lagen vormt kalk, zand en klei in kalksteen, zandsteen en stenen uit verschillende mengsels van deze sedimenten.
Metamorfe gesteenten
Sommige lagen sedimentaire gesteenten worden verplaatst naar de nabijheid van het magma van de aarde in plaats van het aardoppervlak en worden gemetamorfoseerd door warmte en druk in nieuwe kristallijne gesteenten. Kalksteen wordt omgezet in marmer, zandsteen in kwartsiet en kleisteen in leisteen en speksteen. Graniet kan ook weer onder invloed komen van magma en verandert dan in gneis. Het kan ook zijn dat metamorfe gesteenten smelten in het hete magma en dan weer stollen tot graniet of basalt.